1 | Standen van de remkraan |
De remkraan heeft de volgende standen:
- stand 1 ---> afsluitstand;
- stand 2 ---> rijstand;
- stand 3 ---> remstanden;
- stand 4 ---> volremstand;
- stand 5 ---> snelremstand;
|
2 | Directe rem |
De DH-treinstellen hebben een indirect remsysteem.
De DH-1-treinstellen hebben een toegevoegde directe rem die werkt op het draaistel onder
de bediende cabine.
|
3 | Lagedruk overlading |
U kunt de lagedrukoverlading bedienen door middel van de drukknop bij de remkraan.
U past geen lagedrukoverlading toe tijdens het lossen van de laatste remming voor het
combineren of kopmaken.
|
4 | Remproeven |
4.1 | Algemeen |
- los de rem met het remhandel tijdens de remproef;
- gebruik de losklep als de rem van een rijtuig afgesloten en ontlucht moet worden.
|
4.2 | Grote remproef |
U neemt de grote remproef als volgt:
- controleer de voorgeschreven druk in treinleiding;
- plaats remkraan in afsluitstand;
- controleer lekkage, maximaal 0,25 bar per minuut;
- breng treinleiding op druk;
- draai handrem los;
- controleer doven remlamp;
- laat 0,5 bar lucht uit op sein "remmen vast";
- controleer branden remlamp en aanwijzen manometer remcilinder;
- los de remmen op sein "remmen los";
- controleer doven remlamp, en niet meer aanwijzen manometerremcilinder;
- kies rijrichting;
- bedien testschakelaar magneetrem;
- controleer:
- doven witte meldlamp;
- 2 seconden branden rode meldlamp;
- branden witte meldlamp.
|
4.3 | Kleine remproef |
U neemt de kleine remproef als volgt:
- controleer de voorgeschreven druk in treinleiding;
- draai handrem los;
- controleer doven remlamp;
- laat 0,5 bar lucht uit op sein "remmen vast";
- controleer branden remlamp en aanwijzen manometer remcilinder;
- laat 0,5 bar extra lucht uit op sein "remmen los";
- los de remmen;
- controleer doven remlamp niet meer aanwijzen manometerremcilinder.
|
4.4 | Remproef bij kopmaken |
4.4.1 | Te verlaten cabine |
- zet treinstel geremd neer;
- zet remkraan in afsluitstand;
- controleer terwijl u langs de trein loopt het branden van alle remlampen.
|
4.4.2 | Te bedienen cabine |
- los de rem;
- controleer los zijn van de rem onder de cabine door het gedoofd zijn van alle remlampen.
|
5 | Buitendienstgestelde rem |
Een buitendienstgestelde rem van een draaistel wordt aangegeven door een model 4012, rechts
naast de witte stip op het midden van de betrokken bak.
|
5 | Rem van één of meer draaistellen afgesloten |
Rem afgesloten van: |
Treinsamenstelling in rijtuigbakken |
6 | 5 | 4 | 3 | 2 | 1 |
1 draaistel
2 draaistellen
3 draaistellen
4 draaistellen |
95 90 85 752) |
95 90 75 702) |
95 85 75 552) |
90 75 55 35 |
85 55 301) -- |
55
--
--
-- |
Op het baanvak Heerlen-Kerkrade Centrum vermindert u deze snelheden met 15 km/h.
De materieelgids bevat niet de betekenis van de voetnoten.
|
6 | Rembediening onder winterse omstandigheden |
6.1 | Kortstondige remming met maximale remkracht |
U voert elke 10 minuten een kortstondige remming met maximale remkracht uit.
|
6.2 | Snelheid verlagen bij onvoldoende remeffect |
Als u het remeffect onvoldoende vindt, vermindert u de toegestane snelheid met minimaal
10 km/h
|
Op het baanvak Sauwerd-Roodeschool is de maximum snelheid 75 km/h.
|
1 | Rijden |
1.1 | Toegestane snelheid |
De toegestane maximum snelheid is 100 km/h.
Als bij DH-1 de indirecte rem is afgesloten is de maximumsnelheid 40 km/h.
|
1.2 | Snelheidsregeling |
- bedien dodeman;
- zet rijrichtingschakelaar in stand "V";
- puls naar stand 1;
- wacht tot V.T.T. wordt bijgevuld;
- puls verder naar hogere rijstand.
|
2 | Rangeren |
2.1 | Koppelen |
2.1.1 | Handelingen vooroplopend stel voor het koppelen |
Als achterop een treinstel wordt bijgeplaatst handelt u in de vooroplopende cabine als volgt:
- zet remhandel in remstand;
- zet stuurstroom uit.
|
2.1.2 | Signaleringen na koppelen |
Als er gekoppeld is krijgt u de volgende signaleringen:
- branden meldlamp "Stuurstroom";
- aanwijzen toerenmeters.
|
2.1.3 | Koppeling geslaagd |
Als de koppeling geslaagd is dooft de meldlamp "Stuurstroom";
U kunt het treinstel gereedmaken.
|
2.1.4 | Handelingen te koppelen treinstel |
Als u een treinstel moet koppelen handelt u als volgt:
- neem beschermplaten af;
- controleer de automatische koppelingen;
- koppel de treinstellen;
- zet remhandel in een remstand.
|
2.1.5 | Handelingen na koppelen |
Na het koppelen handelt u als volgt:
- controleer automatische koppeling;
- zet stuurstroomschakelaar uit;
- zet remhandel in afsluitstand;
- sluit cabinedeuren af.
|
2.2 | Ontkoppelen |
Als u moet ontkoppelen handelt u als volgt:
- zet stuurstroomschakelaar in;
- ontkoppel;
- zet treinstel ± 1 meter achteruit;
- sluit ontkoppelkraan;
- controleer automatische koppelingen;
- plaats beschermkappen.
|
2.3 | Kopmaken |
2.3.1 | Te verlaten cabine |
Als u moet kopmaken handelt u in de te verlaten cabine als volgt:
- zet remhandel in een remstand;
- zet remhandel in afsluitstand;
- zet schakelaar "Hydro aandr." uit;
- zet stuurstroomschakelaar uit;
- neem ontgrendelsleutel uit;
- schakel seinverlichting om;
- sluit cabinedeuren af;
- controleer seinverlichting;
- sluit cabinedeuren af.
|
2.3.2 | Te bedienen cabine |
In de te bedienen cabine handelt u als volgt:
- zet remhandel in een remstand;
- zet stuurstroomschakelaar in;
- zet schakelaar "Hydro aandr." in;
- schakel seinverlichting om;
- beproef dodeman;
- neem voorgeschreven remproef;
- controleer seinverlichting.
|
3 | Slepen |
3.1 | Slepen met DH-treinstellen |
Van te slepen DH-treinstellen zet u de omkeerrichting van de V.T.T. in de middenstand.
|
3.2 | Toegestane belasting bij slepen |
aantal bakken slepend materieel | 1 | 2 | 3 | 4 |
aantal bakken gesleept | 1 | 2 | 3 | 4 |
|
1 | Standen van de remkraan |
De remkraan heeft de volgende standen:
- stand 1 ---> afsluitstand;
- stand 2 ---> rijstand;
- stand 3 ---> remstanden;
- stand 4 ---> volremstand;
- stand 5 ---> snelremstand;
|
2 | Directe rem |
De DH-treinstellen hebben een indirect remsysteem.
De DH-1-treinstellen hebben een toegevoegde directe rem die werkt op het draaistel onder
de bediende cabine.
|
3 | Lagedruk overlading |
U kunt de lagedrukoverlading bedienen door middel van de drukknop bij de remkraan.
U past geen lagedrukoverlading toe tijdens het lossen van de laatste remming voor het
combineren of kopmaken.
|
4 | Remproeven |
4.1 | Algemeen |
- los de rem met het remhandel tijdens de remproef;
- gebruik de losklep als de rem van een rijtuig afgesloten en ontlucht moet worden.
|
4.2 | Grote remproef |
U neemt de grote remproef als volgt:
- controleer de voorgeschreven druk in treinleiding;
- plaats remkraan in afsluitstand;
- controleer lekkage, maximaal 0,25 bar per minuut;
- breng treinleiding op druk;
- draai handrem los;
- controleer doven remlamp;
- laat 0,5 bar lucht uit op sein 'remmen vast';
- controleer branden remlamp en aanwijzen manometer remcilinder;
- los de remmen op sein 'remmen los';
- controleer doven remlamp, en niet meer aanwijzen manometer remcilinder;
- kies rijrichting;
- bedien testschakelaar magneetrem;
- controleer:
- doven witte meldlamp;
- 2 seconden branden rode meldlamp;
- branden witte meldlamp.
|
4.3 | Kleine remproef |
U neemt de kleine remproef als volgt:
- controleer de voorgeschreven druk in treinleiding;
- draai handrem los;
- controleer doven remlamp;
- laat 0,5 bar lucht uit op sein 'remmen vast';
- controleer branden remlamp en aanwijzen manometer remcilinder;
- laat 0,5 bar extra lucht uit op sein 'remmen los';
- los de remmen;
- controleer doven remlamp niet meer aanwijzen manometer remcilinder.
|
5 | Rem van één of meer draaistellen afgesloten |
Rem afgesloten van: |
Treinsamenstelling in rijtuigbakken |
8 | 7 | 6 | 5 | 4 | 3 | 2 | 1 |
1 draaistel
2 draaistellen
3 draaistellen
4 draaistellen |
95 95 90 851) |
95 95 90 751) |
95 90 85 751) |
95 90 75 701) |
95 85 75 551) |
90 75 55 35 |
85 55 30 -- |
55 -- -- -- |
Op het baanvak Heerlen-Kerkrade Centrum vermindert u deze snelheden met 15 km/h.
1) U mag max 40 km/h rijden als u van 2 x DH1 de remmen afsluit.
|
6 | Rembediening onder winterse omstandigheden |
6.1 | Kortstondige remming met maximale remkracht |
U voert elke 10 minuten een kortstondige remming met maximale remkracht uit.
|
6.2 | Snelheid verlagen bij onvoldoende remeffect |
Als u het remeffect onvoldoende vindt, vermindert u de toegestane snelheid met minimaal
10 km/h.
|
Op het baanvak Sauwerd-Roodeschool is de maximum snelheid 75 km/h.
|
1 | Rijden |
1.1 | Toegestane snelheid |
De toegestane maximum snelheid is 100 km/h.
Als bij DH-1 de indirecte rem is afgesloten is de maximumsnelheid 40 km/h.
|
1.2 | Snelheidsregeling |
- bedien dodeman;
- zet rijrichtingschakelaar in stand 'V';
- puls naar stand 1;
- wacht tot V.T.T. wordt bijgevuld;
- puls verder naar hogere rijstand.
|
2 | Rangeren |
2.1 | Koppelen |
2.1.1 | Handelingen vooroplopend stel voor het koppelen |
Als achterop een treinstel wordt bijgeplaatst handelt u in de vooroplopende cabine als volgt:
- zet remhandel in remstand;
- zet stuurstroom uit.
|
2.1.2 | Signaleringen na koppelen |
Als er gekoppeld is, krijgt u de volgende signaleringen:
- branden meldlamp 'Stuurstroom';
- aanwijzen toerenmeters.
|
2.1.3 | Koppeling geslaagd |
Als de koppeling geslaagd is, dooft de meldlamp 'Stuurstroom';
U kunt het treinstel gereedmaken.
|
2.1.4 | Handelingen te koppelen treinstel |
Als u een treinstel moet koppelen handelt u als volgt:
- neem beschermplaten af;
- controleer de automatische koppelingen;
- koppel treinstellen;
- zet remhandel in een remstand;
|
2.1.5 | Handelingen na koppelen |
Na het koppelen handelt u als volgt:
- controleer automatische koppeling;
- zet stuurstroomschakelaar uit;
- zet remhandel in afsluitstand;
- sluit cabinedeuren af.
|
2.2 | Ontkoppelen |
Als u moet ontkoppelen handelt u als volgt:
- zet stuurstroomschakelaar in;
- ontkoppel;
- zet treinstel ± 1 meter achteruit;
- sluit ontkoppelkraan;
- controleer automatische koppelingen;
- plaats beschermkappen.
|
2.3 | Kopmaken |
2.3.1 | Te verlaten cabine |
Als u moet kopmaken handelt u in de te verlaten cabine als volgt:
- zet remhandel in een remstand;
- zet remhandel in afsluitstand;
- zet schakelaar Hydro aandr. uit;
- zet stuurstroomschakelaar uit;
- neem ontgrendelsleutel uit;
- schakel seinverlichting om;
- sluit cabinedeuren af;
- controleer seinverlichting;
- sluit cabinedeuren af.
|
2.3.2 | Te bedienen cabine |
In de te bedienen cabine handelt u als volgt:
- zet remhandel in een remstand;
- zet stuurstroomschakelaar in;
- zet schakelaar Hydro aandr. in;
- schakel seinverlichting om;
- beproef dodeman;
- neem voorgeschreven remproef;
- controleer seinverlichting.
|
3 | Slepen |
3.1 | Slepen met DH-treinstellen |
Van te slepen DH-treinstellen zet u de omkeerrichting van de V.T.T. in de middenstand.
|
3.2 | Toegestaan aantal te slepen bakken |
aantal bakken slepend materieel | 1 | 2 | 3 | 4 |
aantal bakken gesleept | 1 | 2 | 3 | 4 |
|