Niels z'n Wadloper Bladzijde

Toekomstige ontwikkelingen

Wadloper in DB Regio huisstijl


Afvoer in Nederland

Nadat de exploitatie van de noordelijke nevenlijnen in 1999 en 2000 over ging van NS Reizigers naar NoordNed, ging ook het grootste deel van de Wadlopers over naar NoordNed. De aanvankelijk bij NS Reizigers over gebleven Wadlopers werden na enige tijd ook door NoordNed overgenomen. Twee motorrijtuigen kwamen bij Connexxion terecht voor de treindienst tussen Almelo en Mariënberg.

Door de instroom van de nieuwe vanaf eind 2006, kon Arriva de eerste Wadlopers missen. Vanaf 10 december 2006 gingen de eerste stellen over naar Veolia om daar op de Maaslijn dienst te doen. Nadat Veolia in het voorjaar van 2007 over voldoende tot Maashoppers omgedoopte Wadlopers beschikte, werden de volgende bij Arriva vrijgekomen Wadlopers door NS Financial Services Company terzijde gesteld. Na het uitvoeren van conserverende werkzaamheden werd het materieel opgeborgen in of bij de door NS Reizigers gehuurde loodsen van de voormalige wagenwerkplaats te Amersfoort. Op 9 juli 2007 nam Arriva afscheid van het Wadloper materieel.

Ondertussen is per 27 mei 2007 de exploitatie van de treindienst tussen Almelo en Mariënberg overgegaan van Connexxion naar Syntus, waarbij de frequentie werd verhoogd van een uursdienst in een halfuursdienst. Syntus maakte voor de exploitatie van deze lijn gebruik van een tweetal , waardoor de twee Veenexxpressen vrij kwamen. Ook deze twee voormalige Wadlopers wachten hetzelfde lot als de bovengenoemde vrijkomende Wadlopers en Maashoppers.

Nadat bij Veolia eind 2007 de eerste nieuwe instroomden, begon ook bij Veolia de afvoer van de Maashoppers. Via Zwolle, waar conserverende werkzaamheden aan het materieel werden uitgevoerd, werden ook deze stellen in of bij de loodsen in Amersfoort of op de Dijksgracht te Amsterdam opgeborgen. Op 28 februari 2008 reden de laatste Maashoppers bij Veolia, en daarbij ook de laatste voormalige Wadlopers in Nederland in de reizigersdienst.

Voor een groot deel van het materieel is er nog kans op een toekomst. In een vroeg stadium werd al gesproken over een mogelijke overname van het materieel door een buitenlandse partij. Inmiddels zijn alle Wadlopers verkocht aan buitenlandse partijen. Omdat alle Wadlopers in eigendom van NS Financial Services waren is er vooralsnog geen stel voor het Spoorweg Museum gereserveerd. Verkoop aan een (buitenlandse) partij leverde NS Financial Services meer op dan een museum organisatie in Nederland. Voor een toekomstige opname in het museum zal ter zijner tijd een stel uit het buitenland teruggehaald kunnen gaan worden.


Export naar het buitenland

Verkoop naar Albanië

Volgens de eerste berichten zouden 2 motorrijtuigen en 2 tweerijtuigstellen worden verkocht aan een buitenlandse partij in Albanië. De tweerijtuigstellen betroffen de groene 3222 en de witte 3226, welke als enige twee stellen in Zwolle zijn achtergebleven nadat op 10 februari alle overige stellen uit Zwolle naar de Dijksgracht in Amsterdam zijn overgebracht. Nadat op 4 maart wederom alle overige stellen uit Zwolle naar de Dijksgracht zijn overgebracht bleven de twee motorrijtuigen 3105 en 3110 in Zwolle, hetgeen betekende dat deze twee motorrijtuigen samen met de 3222 en 3226 naar Albalië zouden vertrekken. Op 13 juni 2008 werden de vier genoemde treinstellen overgebracht van Zwolle naar de Waalhaven in Rotterdam om te worden verscheept naar Polen, alwaar het materieel een revisie zou ondergaan alvorens naar Albanië te worden overgebracht. Daarna bleef het stil. Op 30 maart 2009 werden de stellen nog verplaatst van de Waalhaven naar de Maasvlakte. Inmiddels werd bekend dat de verkoop aan Albanië niet door ging.


Verkoop naar Polen

Alle Wadlopers, uitgezonderd de vier voor Albanië gereserveerde stellen, zouden zijn verkocht aan de Poolse firma Sigma, welke het materieel zou gaan reviseren en vervolgens beschikbaar stellen om in Polen te worden ingezet. Op 13 mei 2009 werden de 3102 en 3206 als eerste naar Poznań overgebracht, gevolgd door de 3207, 3219, 3225 en 3231 op 13 juli 2009. De overige stellen zouden de komende tijd volgen. Per transport zouden maximaal 8 bakken worden overgebracht. Uiteindelijk is dat er niet van gekomen, en bleef het beperkt tot deze zes stellen. Na de revisie van de eerste stellen, werd per 11 juni 2010 een proefinzet in de reizigersdienst door de vanuit Chojnice begonnen, gevolgd door een stel bij .


Verkoop naar Slowakije

Begin juli 2009 werd bekend dat de vier oorspronkelijk voor Albanië bedoelde stellen, 3105, 3110, 3222 en 3226, zouden zijn verkocht aan Regio Rail in Slowakije. In Slowakijke zouden de Wadlopers worden gebruikt door een particuliere spoorwegmaatschappij welke ook met reizigersvervoer wilde starten. Voordat deze stellen naar Slowakije zouden gaan, zouden ze eerst bij Warschau in Polen een revisie ondergaan. Uiteindelijk is dit niet doorgegaan.


Verkoop naar Tsjechië

Ook de verkoop aan Slowakije ging niet door en vervolgens kwam Q-Rail uit Tsjechië in beeld als geïnteresseerde voor de vier stellen 3105, 3110, 3222 en 3226. Deze verkoop kreeg al meer gestalte toen deze stellen op 27 augustus 2009 naar Poznań en vervolgens op 4 september naar Paterek werden getransporteerd. Daar hebben de stellen lange tijd gestaan, zonder dat er iets mee gebeurde.


Verkoop naar Argentinië

In 2011 zijn tien tweewagenstellen DH-2 verkocht aan in Argentinië om, na een ombouw, te worden ingezet op breedspoor. Uiteindelijk zijn enkele stellen ingezet op de normaalsporige verbinding met Uruguay. In 2012 zijn vijftien motorrijtuigen DH-1 verscheept naar Argentinië, maar van enige inzet is het daar niet gekomen. Na het intrekken van de exploitatieovereenkomst van werd de inzet van de Wadlopers aldaar beëindigd. Een tweetal tweetjes is in 2014 overgegaan naar en wordt sindsdien ingezet tussen Argentinië en Paraguay.


Verkoop naar Roemenië

Eind 2011 werden dertien tweewagenstellen verkocht aan in Roemenië, die het materieel na een opknapbeurt inzette op diverse lijnen.

In 2011 zouden ook de 3115 en 3215 naar Roemenië gaan, nadat deze aan de Roemeense maatschappij Ferotrans TFI SRL zouden zijn verkocht. Uiteindelijk is dit echter niet doorgegaan.


Meer verkoop naar Polen

Na de mislukte verkoop aan Slowakije en Tsjechië zijn de vier stellen 3105, 3110, 3222 en 3226 alsnog in Polen gebleven en, na een opknapbeurt door ingezet door in Silezië. Ook de aanvankelijk aan Rerotrans TFI SRL verkochte 3115 en 3215 zijn in Polen terecht gekomen. Hiermee zijn alle Wadlopers in het buitenland terecht gekomen en is er geen enkele meer in Nederland achter gebleven.


Toekomstige ontwikkelingen

De Wadlopers zijn nog geen veertig jaar jong, dus er kan nog een hoop gebeuren in de komende jaren.

Na de beëndiging van de inzet van de Wadlopers in Polen en tussen Argentinië en Uruguay, worden de Wadlopers enkel nog ingezet door in Roemenië en door tussen Argentinië en Paraguay. In 2018 en 2019 werden weer twee Wadlopers in Polen gereactiveerd door . De inzet in Roemenië voldoet aan de verwachtingen en is zelfs van plan de stellen een grote revisie te gaan geven, waarbij ook wordt gedacht aan airconditioning in de reizigersafdeling.

Doordat alle 50 Wadlopers naar het buitenland zijn geëxporteerd, is er geen enkele in Nederland achter gebleven. Ook niet voor museumdoeleinden. Vooralsnog is er geen enkele Wadloper gesloopt. Het is dus altijd nog mogelijk om een of meerdere stellen weer terug naar Nederland te halen, waarbij voornamelijk de transportkosten een financieel obstakel zullen vormen. Na het succesvol terughalen van vijf TEE rijtuigen uit Canada en een tweetal Whitcomb diesellocomotieven uit Amerika, is het niet ondenkbaar dat er ooit weer een Wadloper naar Nederland terug zal komen. De toekomst zal het leren...


Deze bladzijde is het laatst gewijzigd op 12 augustus 2019